"Mineralogie ontmoet ornithologie"

Excursie naar de Vogelsberg (Duitsland)
13 t/m 16 mei 2010

 

De Hemelvaartexcursie zit er weer op. De twaalf deelnemers kijken met weemoed terug op deze vier dagen. Ik heb de stellige indruk dat men langer had willen blijven omdat er zulke goede vondsten gedaan werden. Ondanks alle voorspelde regen viel het weer ontzettend mee en is er slechts een buitje gevallen en dat viel ook nog eens buiten de (be)zoektijden om.

De Vogelsberg ligt middenin de Duitse deelstaat Hessen. Het landschap bestaat uit veel bos, vulkanische heuvels en beken. De bezienswaardigheden zijn o.a. natuurschoon en leuke dorpjes. Wij zijn er natuurlijk vooral naar toe gegaan vanwege de mineralogische vondsten. De Vogelsberg, ten noordoosten van Frankfurt, is de grootste vulkaan van Europa. Het bezoeken zeker waard. Dit kan zonder enig gevaar, want hij is volledig uitgedoofd. De Vogelsberg was een vulkaan met 60 km doorsnede, 2500 km² omvang. Dat is de moeite! Hij was gedurende 10 miljoenen jaren actief, de laatste 7 miljoen jaren is hij met pensioen. Hij was een typische aanhoudende lavaspuwer; eigenlijk geen spuwer: de lava liep er gewoon uit (zoals zijn veel kleiner broertje Stromboli in Italië, die nog steeds actief is). Deze megavulkaan bezorgde de streek unieke basaltzuilstructuren, die we tijdens onze zoektochten in de groeves ook hebben kunnen aanschouwen.

Op woensdagmorgen vertrokken elf personen vanuit Nederland richting de Vogelsberg in Hessen. Cees zou pas op donderdagmorgen vertrekken en zich dan in de tweede groeve bij ons voegen. Hij is inmiddels ook een dagje ouder en past er voor om bij temperaturen die dreigen onder nul te komen nog in een tentje te gaan slapen. Hij had er dus voor gekozen om in een pension annex bakkerij in Schotten Rainrod te bivakkeren. Met de caravan was het een goede zes uur rijden en om zes uur waren alle deelnemers aanwezig op de camping Campingpark ‘Am Gederner See’ te Gedern. Om zeven uur was het gehele ‘GEA-kamp’ ingericht. Het gezelschap verzamelde zich om klokslag 20.30 uur in de “GEA-Stube”, die door Ton, Inge en Hélène was gebouwd en ingericht: je zat niet binnen en toch buiten, of zoiets. Tijdens deze bijeenkomst werden alle deelnemers gebrieft over de te bezoeken vindplaatsen, de vertrektijden daarheen en de diverse routes. Van enkele vindplaatsen kon ook worden verteld wat er zoal te vinden zou zijn. Zoals dat in GEA-kringen gebruikelijk is stroomde vóór, tijdens en na de briefing de drank rijkelijk, vooral de ‘selfmade’ drankjes waren zeer in zwang. Niet de gezelligheid, noch de drankjes konden voorkomen dat tegen half elf iedereen er tussenuit kneep. De temperatuur speelde ons parten. Maar ook dat zou later door de beheerders van de ‘GEA-Stube’ verbeterd worden.

 
“GEA-Stube” - lage buitentemperatuur verbroederd. Cees en Aad onder een deken..
foto: Ton Langeweg
  groeve te Nidda/Ober-Widdersheim. Eerst koffie, de rest komt later.
foto: Ton Langeweg

Donderdagmorgen om 9.00 uur vertrokken we richting Nidda/Ober-Widdersheim naar de groeve van Johannes Nickel GmbH, Hartbasaltwerke. Wij hadden formele toestemming, maar iedereen die de groeve in wilde moest wel de ‘Enthaftungserklärung’ ondertekenen. Besloten werd om, voordat we de groeve in zouden gaan, eerst koffie te drinken. Dan hoefden we die ballast al niet mee te zeulen op de heen- en terugweg in de groeve. Het zoeken naar mineralen werd diverse malen onderbroken om de boven ons cirkelende vogels te determineren. Was het nou een rode, zwarte, gele of blauwe wouw, of was het toch gewoon een buizerd, of een roofeend? Dit zou opvallend vaak gebeuren tijdens deze excursie. Er werd op een gegeven moment zelfs geopperd om een werkgroep ornithologie in het leven te roepen bij de GEA. Dat zou dan tevens een mogelijkheid zijn om het ledenaantal omhoog te krikken. Maar het vinden van mineralen en een eerste snelle determinatie daarvan verliep desondanks wel voorspoedig. Er werd chabasiet, natroliet, calciet, philipsiet, aragoniet en mesoliet gevonden. Misschien nog veel meer, maar dat weten we over enkele maanden pas met zekerheid. Dit geldt overigens voor alle groeves die we tijdens deze excursie bezochten. Rond half een verlieten wij de groeve. Bij de uitgang werden eerst de meegenomen ‘bammetjes’ genuttigd.

 
De basaltzuilstructuren is in de Groeve in Ober-Widdersheim goed te zien.
foto: Wim Dumont
  Natrolietnaalden. Een van de gevonden mineralen. Beeldgrootte ± 15 mm.
foto: Wim Dumont

Na de lunch vertrok de karavaan richting Unter-Widdersheim. Het viel niet mee om de ingang van de groeve te vinden, al was deze vanaf de hoofdweg goed te zien. Na enkele pogingen over fietspaden en wat dies meer zij, werd de eigenlijke toegangsweg toch gevonden. Daar was niet expliciet toestemming voor gevraagd, maar wij gingen er van uit dat wanneer we in Ober-Widdersheim toestemming hadden dat dat dan automatisch ook gold voor Unter-Widdersheim. Met de kennis van nu zouden we niet eens toestemming gevraagd hebben om die groeve te mogen bezoeken - de enige holte die in die steenmassa te vinden was, was de groeve zelf. De steen was nog massiever dan massief. Dus daar werden alleen de lupines geplukt, de braakbal van een of andere grote uil bestudeerd en wat foto’s geschoten. Die groeve hebben we dus in rap tempo weer verlaten.

Omdat er nog tijd over was zijn we nog naar de groeve te Michelnau gegaan. Het bezoek aan deze groeve was niet zozeer om er te zoeken, maar om het fenomeen van de soort tufsteen ook eens gezien te hebben. Toch werden er nog enkele leuke vondsten gedaan. Ook hier was het ‘vogelen’ uiteindelijk de belangrijkste bezigheid, vooral van Mariëtta en Marianne, terwijl Wim zich voornamelijk bezig hield met het fotograferen van een of ander insect. Rond vijf uur vertrokken we in colonne naar de camping in Gedern.
Om onbekende reden vond er geen breefing plaats op de donderdagavond. Wellicht was de temperatuur daarvoor niet uitnodigend genoeg.
 
Voor de volgende ochtend wist Cees te regelen dat Marianne hem zou bellen om hem te wekken en daarvoor de telefoon twee keer zou laten overgaan. Als bewijs dat het wekken gelukt was zou hij vervolgens Marianne bellen en de telefoon ook twee keer laten overgaan. Het werkte prima.   Grote blokken van ‘n soort tufsteen letterlijk uitgezaagd uit de groeve te Michelnau.
foto: Wim Dumont

Vrijdagmorgen vertrokken we om half negen naar de groeve Laubach - Gonterskirchen van de Mitteldeutsche Hartsteinindustrie GmbH. We moesten wel even langs het pension van Cees. Hij zou op de hoek staan wachten, zodat hij zich bij onze colonne kon aansluiten. Maar nu wist Cees toch voor enige verwarring te zorgen: hij ging doodleuk op een andere hoek dan was afgesproken staan. Het was dat Marianne hem na vijf minuten toevallig zag staan dat we alsnog gezamenlijk de tocht naar de groeve konden vervolgen. Ook voor deze groeve hadden we schriftelijke toestemming. Het enige aanwezige personeellid van de groeve heette ons van harte welkom en dirigeerde ons compleet met auto en zo naar het diepste deel van de Groeve. Wij geloven dat dat een unicum is in de excursiegeschiedenis van onze Kring en misschien wel van de hele GEA. Ook hier werden zeer fraaie mineralen gevonden. Per auto werden de niveaus in de groeve bezocht. Een echte luxe, de gevonden stenen rechtstreeks in de auto laden.

 
Tot in het diepste van de groeve….., dat scheelde een hoop sjouwen.
foto: Wim Dumont
  Nog zo’n fraai mineraal: Chabasiet. Helaas na het fotograferen was het pronkstuk verdwenen. Beeldgrootte ± 25 mm
foto: Wim Dumont

Na de lunch in de groeve vertrok het gezelschap richting de groeve van Schrimpf GmbH & Co Basaltwerke KG in Herbstein. Deze groeve wordt momenteel dichtgestort. Toch waren er nog leuke mineralen te vinden. Volgend jaar of in ieder geval over enkele jaren zal deze groeve voor de amateurgeoloog oninteressant geworden zijn. Vanwege de beperkte zoekmogelijkheden zijn we vroeger teruggegaan naar onze uitvalsbasis in Gedern.
Op vrijdagavond om half negen was iedereen aanwezig in de “GEA-Stube”. Het was net zo koud als de dag er voor, maar nu had Ton vier elektrische kachels geplaatst. Daarvoor moest wel even ‘illegaal’ stroom worden afgenomen. Het resultaat was er dan ook naar. Tot ± 23.00 uur waren de bezoekers niet weg te branden. Bij enkele drankjes werd er werd gezellig terug geblikt op de eerste twee excursiedagen en er werd alvast een voorschot genomen op de volgende en tevens laatste excursiedag.

Zaterdagmorgen om 9.00 uur, exact na het derde fluitje vertrokken we netjes achter elkaar in de richting de groeve van Schrimpf GmbH & Co Basaltwerke KG, maar nu in Gedern. Dicht bij huis dus. Alhoewel we niet expliciet aangemeld waren voor deze groeve, werden we toch verwacht. Een aardige medewerker van de groeve verwees ons naar een andere parkeerplaats, omdat daar waar wij wilden parkeren een feest gepland stond. De hele weg er naar toe zou worden afgezet. Vorig jaar was dat ook zo gepland, maar toen moesten eerst “de Holländische Amateur Geologen” uit de groeve gehaald worden, zodat deze hun auto’s konden verplaatsen en zij het feestterrein verder konden inrichten. Dat zou hun dit jaar niet overkomen en daarom werden wij er al zo vroeg opgewacht.
Het was een grote groeve, al hoefden wij geen grote hoogteverschillen te overbruggen. Bovendien bleek dat de beste vondsten gedaan werden vooraan in de groeve. De mineralen lagen er letterlijk voor het oprapen. Inmiddels kwam de zon zich er ook mee bemoeien en zaten we gezellig met z’n twaalven te hakken en te likkebaarden bij al die schitterende minerale micromounts. Tegen twaalven verzamelden wij weer op de parkeerplaats voor de groeve en werd de meegenomen lunch genuttigd.

 
Voor het grote werk in groeve van Schrimpf GmbH & Co Basaltwerke KG, Gedern, dicht bij huis dus, maar toch eerst de koffie.
foto: Ton Langeweg
  Mooie wanden in de groeve van Schrimpf GmbH & Co Basaltwerke KG, Gedern.
foto: Wim Dumont

Tegen 1 uur vertrokken we naar onze laatste geplande groeve, de Vogelsberger Hartstein Industrie GmbH te Büdingen. De toegangsweg naar de groeve was wel twee kilometer lang. Meteen aan het begin van de weg was een slagboom die open stond. Nadat we boven in de groeve waren aangekomen, bekroop ons toch een angstig gevoel: stel dat ze de boom alsnog sluiten, dan komen we er niet meer uit. Dus werd besloten om toch maar terug te rijden. Aad was niet te flauw om aan te bellen bij het huis aan het begin van de weg naar de groeve waar een vrouw van zeer hoge leeftijd ons wist te verzekeren dat de poort op zaterdag pas om 17.00 uur gesloten zou worden. Bovendien, als de poort gesloten was konden we altijd via de groeve een uitgang aan de andere kant gebruiken die volgens haar altijd open stond. Dus de hele meute weer terug naar de groeve. Ook daar was het transport van je gevonden stenen niet zo moeilijk als doorgaans in de groeves te doen gebruikelijk is. Weliswaar konden we niet met de auto de groeve in, maar er was eigenlijk maar een niveau en dus geen zware klimpartijen. We spraken af dat we uiterlijk om half vijf de groeve weer zouden verlaten en iedereen hield zich aan die afspraak. Ook deze groeve had veel basalt met olivijn, maar er werden o.a. ook schitterende aragoniet naaldjes gevonden. Marianne en Wim besteedden hun tijd aan het bewonderen van de natuur en probeerden twee edelherten op de gevoelige plaat vast te leggen. Dat lukte wel, maar die beesten stonden zeker op tweehonderd meter afstand en de kwaliteit van de foto’s laat dan ook te wensen over. Om vijf uur waren we terug op de camping. Tijd voor de douche, want om zeven uur hadden we gereserveerd in het restaurant op de camping: Seeblick.

 
Edelhert in de omgeving van de groeve te Büdingen.
foto: Wim Dumont
  Traditiegetrouw gezellig “uit eten”. Dit keer in restaurant Seeblick op de camping
foto: Ton Langeweg

Een heel net restaurant, lage prijzen voor kwalitatief goede gerechten. Het was er elke dag druk, dat hoorden wij van Cees Boer die er elke avond z’n warme hap bestelde. Desondanks kreeg iedereen redelijk snel zijn bestelde gerechten. Tijdens deze traditionele gezamenlijke maaltijd werden Wim en Marianne in het zonnetje gezet. Men was heimelijk met de pet rond gegaan en er werd kennelijk gul gedoneerd. In ieder geval genoeg voor vier flessen heerlijke wijn en een fles sekt. Natuurlijk was dat niet nodig geweest, maar ja om nou te zeggen: “hou maar”, dat ging natuurlijk net weer iets te ver en dus werd dit cadeau onder dankzegging met graagte aangenomen. Wel liet Wim weten dat het redelijk zeker is dat hij en Marianne volgend jaar de organisatie aan iemand anders willen overlaten. Om elf uur verlieten we het restaurant en alleen Cees moest met de auto naar huis. De rest was na vijf minuten lopen thuis.

Zondagmorgen al heel vroeg uit de veren en inpakken. De zon scheen volop en alles was droog zodat de voortenten e.d. dus netjes en snel ingepakt konden worden. Theo en Nelly vertrokken als eerste, gevolgd door Wim en Marianne. Even later zouden ook Ton, Inge en Hélène vertrekken. Rond half vijf waren zij allen thuis. Hoe laat Cees vertrokken is weten we niet, maar ook hij zal inmiddels wel thuis zijn. Aad en Gré en Jacques en Mariëtte zouden pas dinsdag of woensdag vertrekken. Deze excursie is volgens alle deelnemers te kwalificeren als “zeer geslaagd”. Er gingen weer heel wat stenen mee naar huis. Genoeg stof (lees: steen) om de winter door te komen.

 

verslag: Wim Dumont     foto's: Wim Dumont en Ton Langeweg


 
 


Alle rechten voorbehouden. Copyright 2002 - 2010 . Pagina's onderhouden door J. Bastiaansen